Beleggen

Karaatgehalten en goudlegeringen

Karaatgehalten

Vrucht van Johannesbroodboom

Het goudpercentage wordt uitgedrukt in karaat. Het woord ‘karaat’ komt van het Oudgriekse woord ‘keration’, wat ‘vrucht van Johannesbroodboom’ betekent. De zaden van deze peulvrucht zijn wonderbaarlijk gelijk in gewicht en werden daarom gebruikt als gewicht voor weegschalen.

Puur goud is 24 karaats: 99,99% zuiver. 22 karaats betekent dat 22 van de 24 delen goud zijn en dus 91,6% zuiver. We kennen de volgende karaatgehalten:
24 karaats = 99,99% zuiver goud
22 karaats = 91,60% zuiver goud
20 karaats = 83,30% zuiver goud
18 karaats = 75,00% zuiver goud
16 karaats = 66,66% zuiver goud
14 karaats = 58,50% zuiver goud
Lagere karaatsgehalte – 8 of 9 karaats – worden in Nederland niet gezien als goud omdat het goudpercentage te laag is. Sieraden met dit karaatgehalte worden in Nederland daarom niet voorzien van een keurmerk.

Goudlegeringen en goudkleuren

Van klassiek geel tot ‘Spring Green’

Zuiver goud heeft altijd een ietwat warme gele kleur. Een eigenschap van puur goud, is dat het relatief zacht is en eenvoudig vervormd. Daarom vermengen we goud met bij-metalen. Deze goudlegering is harder en geschikter om sieraden van te maken.

Zo ontstaan ook de kleurnuances. Veelgebruikt 18 karaats geelgoud bestaat uit 75% goud, 12,5% koper en 12,5% zilver. Roodgoud ontstaat bijvoorbeeld door koper toe te voegen, terwijl witgoud ontstaat door toevoeging van nikkel, zilver of het duurdere palladium. De Waarborgwet 1986 garandeert dat een voorwerp, voorzien van wettelijk vastgestelde keurtekens, het juiste gehalte aan goud, platina of zilver bevat.

Ieder gouden voorwerp dat in Nederland verhandeld wordt, moet voorzien zijn van een geldig keurteken.

Goud keurtekens

De oudste vorm van consumenten-bescherming

Keurtekens worden al meer dan zes eeuwen in gouden, platina en zilveren voorwerpen aangebracht. Het is een van de oudste vormen van consumentenbescherming. In de Waarborgwet 1986 is de bescherming van de consument zelfs wettelijk vastgelegd.

Op grond van de Waarborgwet kennen we in Nederland vier geaccepteerde goudlegeringen, namelijk: 14 karaat, 18 karaat, 20 karaat en 22 karaat. 24 karaats goud is zuiver en dus geen legering. Alle karaatgehalten onder 14 karaat worden niet gezien als goud en mogen niet als zodanig benoemd worden.